CD's in eigen beheer
De Stichting Jan van Dijk - Muziekwerken heeft in eigen beheer een verzameling cd’s (16 stuks) met daarop opnamen van muziekwerken van Jan van Dijk.
Deze cd’s of delen daarvan zijn verkrijgbaar en te bestellen bij het secretariaat van de stichting. De kosten die hieraan verbonden zijn bestaan uit de kopieerkosten, de portokosten en een geringe kostenvergoeding voor de te plegen werkzaamheden.
Het besteladres is:
Stichting Jan van Dijk - Muziekwerken,
t.a.v. de heer IJ. van Dijk,
Nieuwstraat 9,
3332 BJ Zwijndrecht.
Tel. 078 612 7526
E-mail: ij.dijk@hotmail.com
In 2015 is de CD "The Later Pianoworks" uitgebracht.
Klaas Trapman - piano
Klaas Trapman studeerde piano, orgel en muziektheorie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en werkt daar momenteel als docent voor theorie en piano.
1. Six préludes et cantique (opus 1137 )
2. Musiques pour piano seul (opus 1138 )
3. Uit een diep dal (opus 1149 )
4. Elf klavierstukken (opus 1150 )
5. Faire futur (opus 1154 )
6. Quattro pezzi (opus 1156 )
7. Preludio e fughetta (opus 1158 )
8. Variazioni per pianoforte (opus 1160 )
9. Pièces mélodiques (opus 1162 )
10. Fuga sopra Veerle (opus 1171 )
11. Wolken (opus 1174 )
12. Per pianoforte (4, 5, 6) (opus 1188 )
13. Triptiek voor piano (opus 1190 )
14. Variazioni per pianoforte (opus 1191 )
15. Drie inventies en een klein duet (opus 1192 )
16. Trilogie voor piano (opus 1197 )
De inhoud van de Jan van Dijk cd’s:
(Van veel werken zijn luisterfragmenten voorhanden.)
CD 1
1.
Zwartbaard.
De oorspronkelijk voor mannenkoor en orkest geschreven (zeerovers-)ballade op tekst van Slauerhoff kreeg een tweede versie, n.l. voor mannenkoor met twee piano’s en slagwerk. De eerste uitvoering van deze versie had plaats in Amsterdam, o.l.v. Piet Struyk.
2.
Symphonietta 3
Gecomponeerd in 1956. Er zijn twee delen. Het eerste deel heeft een klassieke sonate-achtige structuur in een impressionistisch klankbeeld, het tweede deel is wat vrijer van vorm; ook dit deel klinkt impressionistisch met een expressionistiche inslag.
3.
Sonate voor altsax en piano.
Vier delen met de titels van de daggetijden: le soir, la nuit, l’aurore en l’aprèsmidi. Vier symbolen zoals die in de Provence beleefd kunnen worden. Compositiejaar: 1953.
4.
Twee liederen voor mannenstem en orkest.
Dit stuk is ontstaan tussen 1939 en 1947, op teksten van Karel van de Woestijne. “Wijding aan mijn vader” en “Wat ben ik dan een vogel in de schemering”.
Bij het luisteren naar het tweede lied zal opvallen dat één toon (oktaaf) in de hoorns gedurende het hele lied - als orgelpunt - blijft klinken.
Creatie o.l.v. André Vandernoot met als bariton zanger Hans Smout.
5.
Concertino voor viool met zéér klein orkest.
Het zeer kleine orkest bestaat uit fluit, klarinet en alt-saxofoon. Compositiejaar: 1964. De eerste uitvoering was o.l.v. Jacques van Steen met als violiste Annemieke Corstens.
Het concertino bestaat uit drie delen, waarvan het laatste een “perpetuum mobile’is.
6.
De Ode aan de Singer naaimachine werd als ‘declamatorium’ voor diverse stemmen met een ‘groter’ blazersensemble ontworpen. De spelers (blazers) kunnen zelf de teksten (van Paul van Ostayen) spreken.
Ontstaan in 1982.
Blazersbezetting: 2 fluiten, 2 hobo’s, 2 klarinetten, 2 fagotten, 2 hoorns, violoncelli en contrabas. (Spelers tevens spreekstemmen) Eerste uitvoering in Den Haag, o.l.v. Bastiaan Blomhert.
7.
Concertino a tre.
Geschreven voor fluit, viool en altviool. (Bezetting van het Reger-trio)
Het stuk ontstond tijdens een verblijf in het Baskenland en werd zeer vaak door het Reger-trio gespeeld.
8.
De Potpourri voor pianola bevat citaten, vooral de ‘wijsjes’uit het “Concerto voor pianola en orkest”. Toch ontbreken ook sommige - voor twee handen onhaalbare - passages niet in dit solostuk voor pianola. De pianorol werd in 1978 vervaardigd door Lucius Voorhorst.
9.
Zwartbaard
Een (zeerovers-)ballade voor mannenkoor en orkest op een tekst van Jan Slauerhoff. De eerste uitvoering had plaats in Rotterdam o.l.v. Piet Struyk door het koor van de R.E.T. en het Rotterdams kamerorkest. (Dirigent Piet Ketting)
CD 2
1.
Motetto a 3 cori.
Ontstaan in 1980, op teksten J.v.d.Vondel (Kerstliedt), F.van Eeden (Lied van schijn en wezen) en een Anonymus (Grafschrift).
Gecomponeerd voor twee gemengde koren en een vrouwenkoor is dit zangstuk exemplarisch voor meerkorige polyfonie.
2.
Sonata no. 2 per pianoforte.
Een beknopte driedelige sonate: vlug - langzaam - vlug. Technisch moeilijk, maar wel zéér pianistisch. Enkele ‘eenvoudige’ melodische flarden bieden houvast bij het luisteren naar deze (luister-)muziek. (1980)
3.
Jaargetijde ontstond tijdens de Duitse bezetting van Nederland in de Tweede Wereldoorlog. (1944) Een Jaargetijde voor Joan van Oldenbarnevelt, tekst van Vondel, voor gemengd koor en orkest. ‘Valerius-achtig’- klinkend. ‘Hollands’, vandaar dat ‘Valerius-achtig’aanduiden van het klankbeeld.
4.
Alla marcia.
Een in 1960 geschreven kort symfonisch stuk voor fanfare-orkest. Voor het eerst uitgevoerd o.l.v. - de legendarische - Gerrit Schaar.
5.
Symfonie 4.
Voor gemengd koor, sopraan-, alt-, tenor- en bassolo met orkest. Dit stuk heeft drie delen:
Het eerste deel op tekst van D.P.Pers. De variaties: “over de veranderingen der wereld”. Het tweede deel op tekst van Vondel:”De lof der zeevaart”. Het derde deel op tekst van Bastiaans: “De Vecht”.
Ergo: deel 1 poneert, de delen 2 en 3 zijn ‘praktijkvoorbeelden’.
Het laatste deel (derde), een motet voor koor en orkest, is vaak - los van de Symfonie - als zelfstandig muziekstuk geprogrammeerd. Dit stuk stamt uit 1969.
6.
Trits.
Dit is de fanfare-zetting van een aantal delen uit de “Danssuite voor orkest en combo”uit 1969.
7.
Serenade voor strijkers ‘Jardin sur Meuse’.
Dit stuk ontstond tijdens een voorjaars(fiets)vakantie in de omgeving van Dinant. De eerste uitvoering is o.l.v. Anton Koene in Den Bosch.
8.
Quattro pezzi per sassofono alto.
Deze stukken zijn impressies van sites in het Tarn-gebied: Essai, Castelbouc, Causse, Grand soleil. (1980)
De première en eerste opname kwamen tot stand door saxofonist Jean Pennings.
CD 3
1.
Musica Sacra 1.
Een muziek voor de inwijding van een profaan tot leerling-vrijmetselaar. Het werk bestaat uit zes delen.(1966)
2.
Musica Sacra 2.
Muziek voor het rituaal van de bevordering van leerling-vrijmetselaar tot gezel. (1971)
3.
Musica Sacra 3.
Muziek voor de verheffing van een gezel-vrijmetselaar tot meester. (1974)
Bovenstaande stukken zijn drie orkestsuites, waarin veel thematische samenhangen kunnen worden gehoord, ook relaties van tonen en klanksituaties, die de samenhang van de drie suites als trilogie doet existeren.
Uitvoering: Het Brabants orkest o.l.v. André Vandernoot.
4.
Scherzo voor beiaard en fanfare.
Dit is het derde werk uit een groep muzieken voor beiaard en blazers. Oorspronkelijk gecomponeerd met harmonie-orkest. De fanfarezetting stamt uit 1983. De beiaardier is Arie Abbenes.
5.
Fantasia.
Dit is het tweede deel uit Symfonie 4. Tekst van Vondel, uit diens “Lof der zeevaart”. Uitvoering: Het Teresiakoor met orkest. (Eindhoven)
6.
Canzona.
Dit is het derde deel uit Symfonie 4. Uitvoering: Het Teresia-koor met orkest uit Eindhoven.
CD 4
1.
Bewerking Sonate opus 49, nr.2 van Van Beethoven. (1976)
Hierbij schreef Van Dijk een begeleiding voor klein symfonie-orkest. Dit stuk ontstond - net als nr. 2 van de cd - uit de behoefte enkele stukken voor piano en voor piano-vierhandig te hebben ter uitvoering met amateursymfonie- orkesten.
De premières van beide composities hadden plaats tijdens concerten van het Gouds Symfonie Orkest (GSO), waarvan Jan van Dijk lang dirigent was.
Solist in 1 was IJsbrand van Dijk, in 2 - de Sonate vierhandig van Mozart - met orkestbegeleiding van Jan van Dijk waren de pianisten IJsbrand en Jan van Dijk.
2.
Bewerking Sonate in D (4hnd) van Mozart. (1980)
Beide stukken zijn specimen van de talrijke orkestraties en bewerkingen, die Van Dijk voor het GSO maakte.
Een flink aantal van deze stukken bevindt zich in de FASO-bibliotheek, een aantal bij Donemus en de overige bevinden zich in het eigen archief van de Stichting Jan van Dijk - Muziekwerken.
3.
Concertino 3 voor piano en orkest. (1966)
Een beknopt concertino in een - overigens welluidend - dodekafoon klankbeeld. Beknopt is ook de orkestbezetting. Pianist in dit concertino 3 is Joop Voorn tijdens deze uitvoering o.l.v. Jan Out.
4.
Pianosonate 1 (1942)
Dit werk is gecomponeerd in een klassiek-actueel klankbeeld van die dagen. In een idioom, waarvan de Duitse bezetter niet graag toestond muzikaal te existeren.
Na de bevrijding werd de première gespeeld door George van Renesse in de U.S.A.
Deze uitvoering wordt gespeeld door Klaas Trapman. Hij beheerst niet alleen de klank-stijl van de eerste sonate, maar evenzeer de introverte componeertrant, zoals Van Dijk die hanteert naar het einde van de 20e eeuw.
5.
Twee Scherzi per pianoforte. (1998)
Volgens de componist een hommage aan Chopin en Schubert. Pianist: Klaas Trapman.
6.
Sonatine 31 voor piano (1983)
7.
Sonatine 32 voor piano (1984)
Nummers 6 en 7 zijn sonatines van Clementi-afmeting. Zij worden uitgevoerd door de componist.
8.
Sonatine 1 voor piano (1944)
Een klankbeeld als in de eerste sonate: post-impressionistisch. Pianist: Paul Prenen.
9.
Zes Epilogen voor twee pianopartijen (1972)
De uitvoerende pianist maakt eerst een opname van de eerste partij en gaat daarna het duet met zichzelf aan door de tweede partij tegen de door hemzelf gespeelde eerste partij te laten contrapuncteren. Twee pianisten realiseren op deze opname dit proces: wijlen François Mollinger en Jacob Boogaard.
CD 5
1.
Tetrade/Deux sites particuliers voor harmonie (1994)
Na “Tetrade”, een vierdelige orkestsuite voor harmonie, volgt een stuk voor ongewone bezetting : voor viool en harmonie-orkest :” Deux sites particuliers.” Aanleiding tot de compositie ‘2 sites’ was het verblijf in een paar zeer karakteristieke streken in Z.O.Frankrijk.
Uitvoering van beide werken door harmonie Koningin Wilhelmina uit Wamel o.l.v. Jan Bosveld. De viool-solist is Marijn Drolsbach.
2.
Sonate voor altblokfluit en harmonium (1993)
Een ongewone bezetting. Gespeeld door Pieter van Veen (altblokfluit) en Klaas Trapman (harmonium)
3.
Aan de Waal (1989)
Een symfonisch harmonie-stuk, een symfonisch gedicht eigenlijk, waarin, mede door het gebruik van ‘Leit-Motive’ een klanksymbool ontstaat voor het gebied wat door de titel is aangeduid. Uitvoering door het Nationaal Jeugdharmonie-orkest o.l.v. Jan Cober.
4.
Harmoniumboek 1 (nummers 2, 3, 5, 8) (1990)
“Stille Ontmoeting” is een trefwoord om het muzikale klimaat van de muzieken uit dit Harmoniumboek 1 (Donemus) aan te duiden. Klaas Trapman bespeelt het harmonium.
5.
Te Brugge (1996)
Een kamermuziekstuk voor fluit, alt-saxofoon en piano. De titel bestaat uit twee woorden uit een dichtregel van Guido Gezelle. De motto’s voor de verschillende delen zijn ook uit verzen van Guido Gezelle.
6.
Musique à trois (1967)
Voor blokfluit, fluit en clavecimbel. Klinkende tijdstructuren, de klankmogelijkheden van het ensemble zo optimaal mogelijk benuttend.
De ‘oudere’ bezetting met ‘nieuwere’ noten levert een attractief muzikaal spanningsveld. Uitvoering: Het Brabants Barokensemble.
7.
Braconnage (1997)
= stroperij. Als er bijgestaan had ‘Meister Johann’, zou vooraf duidelijk geweest zijn dat dit een walsen-cyclus à la Johann Strauss is, ironisch bedoeld weliswaar, voor klarinet, viool, alt-viool en cello.
8.
Sonatine voor klarinet en piano (1991)
Een neo-klassieke vorm in neo-modaal harmonisch kostuum; een speelstukje, haalbaar voor de goede amateur.
9.
Pavane en Rondino voor orkest (1952)
De Pavane uit 1952 zal later nog eens opduiken in de serenade voor blazers. Het Rondino, een klein refreinvormpje, is de orkestratie van een Rondo voor piano vierhandig uit 1936. Toen voor eigen gebruik bedacht om te kunnen spelen met een klasgenoot op de middelbare school. Uitvoering: Orkest van het Brabants Conservatorium o.l.v. Jaques Wijnen in 1968.
CD 6
1.
Concerto voor pianola en orkest (1977)
Over ontstaan en hoedanigheid van deze compositie is uitgebreid geschreven in het boek ‘Pianola’s’ (ISBN 9024643929)
Na de partituur Pianola met symfonie-orkest ontstonden nog drie versies: één voor pianola met harmonie-orkest, een voor pianola met fanfare-orkest en een versie voor pianola en saxofoonkwartet. .
2.
Kleine suite voor orkest (1961)
Een streng dodekafoon driedelig werkje met kleine bezetting. Uitvoering: Orkest Brabants Conservatorium o.l.v. Louis Toebosch.
3.
Bewerking rond Beethovens Für Elise (1981)
T.g.v. de Elisiade in Amsterdam, op tekst van drs.P (Heinz Polzer) Een compositie, waar zoveel mogelijk ‘vrijwilligers’ in kunnen meespelen, het werden er dan ook bijna duizend. Dirigent:Jan Stulen.
4.
Bewerking van de Rubensmars van P.Benoit (1951)
Benoit’s Rubenscantate dateert uit 1877. Van Dijk selecteerde meerdere fragmenten uit dat grote werk en herorkestreerde die voor eigen gebruik. De Rubens-mars is één van die stukken.
5.
Concert voor pianola en harmonie (1983)
De pianola-partij is dezelfde als bij de zetting voor symfonie-orkest. Uitvoering: De Amsterdamse Politiekapel o.l.v. G.Fokkema)
6.
Bewerking Jack in the box van Erik Satie (1956)
Een nagelaten werk van Satie. In 1956 orkestreerde Van Dijk dit ‘balletje’ voor klein symfonie-orkest. Het eerste deel werd gespeeld door het Gouds Symfonie-orkest o.l.v. Jan van Dijk.
7.
Cinema van Erik Satie (1977)
Een entr’acte cinématographique. In een aangepaste klank-make-up, ten dienste van het GSO.
8.
Ars Vivendi (1977)
Een cantate voor koor, orkest en twee spreekstemmen. Gecomponeerd t.g.v. het 175-jarig bestaan van de Goudse Loge. Dit is een opname van de huiselijke uitvoering van dit werk in eerste versie.
In 1981 ontstond een tweede, uitgebreidere versie voor koor, spreekstemmen en normaal groot symfonie-orkest.
In deze tweede versie wordt de tekst van Joop Mulder gesproken en gezongen in het Engels. De Engelse vertaling is van de hand van Luud Bochem.
CD’s 7, 8 en 9:
Op de volgende cd’s staat een interview met Jan van Dijk, gehouden in 1988, door François Mollinger. De muziekfragmenten zijn voorzien van titels; de interview-gedeelten zijn voorzien van het woordje Tekst.
CD 7
1.
Zes symfonische epigrammen van Willem Pijper
2.
Zes symfonische epigrammen van Willen Pijper (Bewerkt voor vier piano’s door Cor de Groot)
3.
Tekst
4.
Cellosonate nr.2 van Willem Pijper
5.
Tekst
6.
Fragment uit Sonate voor 2 piano’s van Willem Pijper
7.
Fragment Symfonie nr.3 van Willem Pijper
8.
Fragment Symfonie nr.3 van Willem Pijper
CD 8
1.
Bewerking Symfonie nr.3 van Willem Pijper
Gemaakt voor 2 piano’s, 8-handig door Jan van Dijk. (Deze uivoering werd gespeeld op 4 piano’s)
2.
Tekst
3.
Twee sonatines van Jan van Dijk.
Nummer 1 (1944) (zie cd 4 nummer 8) en nummer 5 (eerste deel) (1955)
4.
Fragment Sonatine nr. 5 voor piano van Jan van Dijk
5.
Symfonietta nr.3 voor orkest van Jan van Dijk (1956)
Een tweedelig werk: eerste deel in klassieke vorm, tweede deel door melodiek gerelateerd aan het eerste deel.
Een impressionistisch, harmonisch klankbeeld. (Zie cd 1 nummer 2)
6.
Potpourri
Een beknopte samenvatting voor pianola-solo van het Concerto voor Pianola en orkest. (Zie cd 1 nummer 8)
7.
Concerto voor pianola en orkest van Jan van Dijk (1977) (Zie cd 6 nummer 1)
8.
Drie koorwerken voor gemengd koor van Jan van Dijk:
a.Antwerpen Tekst: Van denVondel 1987
b.Begräbnis Tekst: Von Goethe 1945
c.Temp’era Tekst: Dante 1968
CD 9
1.
Motet voor drie koren van Jan van Dijk.
Twee gemengde koren, één vrouwenkoor. Teksten van Van den Vondel, Van Eeden en een Anonymus.
2.
Symfonie nr.6 van Jan van Dijk (1977)
Een korte symfonie, waarin een fluitsolo in de finale opvalt. Speelduur nauwelijks tien minuten.
3.
Triptiek voor altsaxofoon en orkest van Jan van Dijk (1985)
Drie klankvertelsels in dialogen en samenzangen tussen solo-instrument en orkest.
Première door Jean Pennings op saxofoon met als dirigent Jan Stulen.
4.
Symfonietta nr.2 van Jan van Dijk (1952)
Gecomponeerd voor klein symfonie-orkest. Eerder bestond dit stuk als strijkkwartet nummer 2, ontstaan in 1942.
Het kwartet werd gespeeld door het Röntgen-kwartet, de Symfonietta ging in première(!) in 1993, radio Hilversum, o.l.v. Ernest Bour.
5.
Tekst
6.
Zes Epilogen voor twee pianopartijen van Jan van Dijk (1972)
(Zie ook cd 4 nr.9)
7.
Slotwoord
CD 10
Pauzes in de stilte.
Een vijftiental composities van oud-leerlingen, die hun eigen componeerweg hebben gevonden. Aan Jan van Dijk aangeboden bij zijn tachtigste verjaardag.
1.
Canto - Wim Dirriwachter
2.
Tachtig klankslagen - Daan Manneke
3.
Marc Groet ’s Morgens de Dingen - Madelaine van Dijck
4.
Preludio - Henk Stoop
5.
Groet - Maria Jacobs
6.
De cellist en het vesperklokje - Jan Asselbergs
7.
Nocturne - Theo de Best
8.
Sonatine 6 - Ton van de Valk
9.
Spiegel - Kees Schoonenbeek
10.
One zero from Europe - Sonja Mutsaerts
11.
Toccata voor kleinbehuisden - Roderik de Man
12.
I will be brief - Jan van den Langenberg
13.
Toverspreuk - Hans Poort
14.
‘dit is het’- Jan de Vlaming
15
Zes kapitellen sur le nom de ‘Johan Hendrik’- Gijs Meeuwsen
CD 11
1.
Valse voor sopraansax en piano opus 883 (1995)
Een klein walsje voor saxofoon en piano.
2.
Concertino voor altblokfluit en kamerorkest opus 258 (1958)
Moderato
Largo capriccioso
Poco allegro
Niet alleen ‘oude’, maar ook ‘nieuwe’ muziek kan op een blokfluit gespeeld worden. Dit concertino bewijst dat.
5.
Ordre, pour piano à quatre mains opus 203 (1953)
Prélude
Fantaisie
Berceuse
Ballade
Danse
Air
Finale
Dit stuk bevat allerlei muzieken uit een niet tot uitvoering gekomen, kleine opera. De ‘Ordre’ bestaat ook als orkestsuite.
12.
Kleine suite voor blokfluiten en fluiten opus 241 (1956)
Matinale
Canzonetta
Serenade e coda
Door deze combinatie van soorten fluiten ontstaat een heel karakteristiek totaal-timbre.
15.
Quatuor no. 6 pour 2 violons, alto et violoncello opus 875 (1994)
Allegro moderato
Poco allegro
Larghetto
Allegro moderato
Dit is de zesde in een reeks strijkkwartetten. Kwartet 1 werd vlak voor de oorlog, 1940, voltooid. Kwartet nr. 10 ontstond in 2003.
19.
Sonatine voor altfluit solo opus 172 (1952)
Preludio (Lento e espressivo)
Fuga (Andante con moto)
Thema con variationi (Allegro moderato)
Jaap Luyendijk speelde de première in het kader van het juist onthulde beeld van O.Zadkine.
22.
Twee stukken voor mandoline en strijkorkest opus 300 (1961)
Moderato assai
Con moto, non troppo vivo
Tijdens een concertreis door Zwitserland ontstonden beide stukken als neerslag van de schoonheid van de Boden- en Untersee.
24.
Psalm 127 opus 101 (1945)
Vertroosting opus 91 (1944)
Op Jonckvrouw Isabel te Blon opus 98 (1945)
Tijdens de hongerwinter in Zuid-Holland ontstonden toch muzieken. De laatste twee gaan op verschillende
manieren over de dood… De 127e Psalm relativeert de vrijheid van het menselijk handelen, van toepassing op het gebeuren in die periode.
27.
Sainte- Cécile pour 4 clarinettes opus 650 a (1987)
Impression profonde (Andante giusto)
Dies Irae (Poco maestoso)
Sortie (Allegro)
Dit stuk bestaat ook voor fanfare-orkest, voor saxofoonkwartet en voor harmonium. ‘In de kathedraal van Albi’
.
30.
Sonatine per pianoforte 12 (1968)
Allegro moderato
Adagio
Con moto
33.
Sonatine 14 (1969)
Moderato
Andante
Allegro
Deze pianosonatines zijn reacties in klanken wat in die jaren (1968/69!) werd beleefd en gedaan.
36.
Drie arabesken voor hobo en bas-saxofoon (2002)
a.
b.
c.
Het Duo Spectrum (Suzanne Lucker en Andreas van Zoelen) verzorgde de eerste uitvoering van deze drie stukken.
CD 12
1.
Orgelboekje opus 823 (1991)
Fuga
Kantiek
Toccata
Canzon, cadenza e coda
Choral.
Gecomponeerd voor uitvoering op het orgel van Oosthuizen; daar had ook de eerste uitvoering plaats.
6.
Vijf miniaturen opus 870 (1994)
Poco lento
Moderato e espressivo
Allegretto poco maestuoso
Grazioso
Poco corrente
Vijf kleine stukken voor klarinet met begeleiding van, of beter gezegd, in samenspel met harmonium of piano.
11.
Fietstocht, vijf klankoefeningen voor piano opus 111 (1946)
Kasteel (Larghetto)
Rivier (Andante con moto)
Bomen (Moderato)
Trappen! (Allegro ma non troppo)
Schemering (Lento)
Naast luistergenoegen beogen deze klankoefeningen ook speelplezier. De titels wijzen op de aanwezigheid van water; klinkende reacties op een fietstocht rondom slot Loevestein.
16.
Coctail-party opus 244 (1975) - Jan Masseus en Jan van Dijk
Gin (Allegro poco vivace)
Cake (Allegretto - Siciliano ) JM
Parfait d’amour (Valse lente)
Cheese (Tempo di blues) JM
Rum (vivace)
Geschreven voor een recital dat wijlen Jaap Spigt en Kees Otten in Londen hadden. Jan van Dijk zorgde voor de ‘drankjes’ en wijlen Jan Masseus voor de ‘hapjes’. Vandaar de naam van het stuk! (Aanvankelijk met clavecimbel)
21.
Twee liederen (tekst: Maarten Mourik) opus 233/234 (1956)
Eurydike
Levensloop
23.
Three dances for descant-recorders opus 446 (1967)
In Yugoslav mode (Poco allegro)
In Bulgarian mode (Andante con moto)
In Macedonian mode - Rachinitsa (Lento)
Drie Oosteuropese dans-typen, te spelen op een enkele fluit of als een koorsgewijze bezette fluitlijn.
26.
Sonatine voor trompet en piano Opus 867 (1994)
Allegro
Allegretto
Allegro
29.
Suite opus 240 (1956)
Prelude
Promenade
Romance
Scherzo
Fugue
Een suite voor 2 fluiten en piano. Aangenaam om te horen en spannend om te spelen.
34.
Vijf Kleengedichtjes opus 39 t/m 43 (Tekst : Guido Gezelle) (1939)
’t Begijhofklokske (Andante)
De dood (Allegro)
De Leye (Allegretto)
De Zonne (Vivace)
‘t Is voorbij (Adagio molto)
De eerste Gezelleliederen van Jan van Dijk ontstonden in 1939 in Brugge. De laatste waren de drie liederen, opus 1023, uit 2003.
39.
Brabette opus 614 (1978)
Dit stuk is een beknopt, symfonisch gedacht, kwartet voor fluiten. Enige luchtigheid kan er niet aan ontzegd worden. Ontstaan vanuit de samenwerking tussen Lucius Voorhorst en Jan van Dijk.
CD 13
Een leven lang.
Een radioportret - van oudere kunstenaars - gehouden in maart 2003, over Jan van Dijk. De samenstelling was in handen van Dik Binnendijk.
CD 14 - JAN VAN DIJK - VRIJMETSELAARSMUZIEK
De nummers 1. 2 en 3 vormen de hoofdschotel.
1.
Musica Sacra 1
Muziek voor de leerling-inwijding.
2.
Musica Sacra 2
Muziek voor de bevordering tot gezel.
3.
Musica Sacra 3
Muziek voor de meesterverheffing.
4.
Rituaalmuziek 1
5.
Rituaalmuziek 2
6.
Rituaalmuziek 3
7.
Rituaalmuziek 4
Deze stukken ontstonden naar aanleiding van het rituaal van de ingebruikname van een nieuw loge-gebouw. (van loge ‘De Waare Broedertrouw’ te Gouda)
8.
Broederketen - W.A. Mozart (bewerking)
Dit is muziek voor het onderdeel ‘Broederketen’ in ‘open loges’.
9.
Kanonnade
10.
De linie
Dit zijn tafelliederen, die functioneel gebruikt kunnen worden tijdens banket of ‘na-broodje’.
De nummers 8, 9, 10 (en 16) beogen mee te werken aan het zingen in de loge: een instrumentale ondergrond (begeleiding) maakt de vocale uitvoering van een viertal liederen mogelijk. En dit voor tempel en voorhof.
(Sound-mix…)
11.
Johanneskoraal
12.
Resignazione - F. Liszt (bewerking)
Dit zijn muzieken, die, naar believen, als muzikaal bouwstuk kunnen worden gebruikt.
13.
Rouwloge 1
14.
Rouwloge 2
15.
Rouwloge 3
De nummers 13, 14 en 15 zijn drie muzikale bouwstukken voor uivoering tijdens de rouwloge.
16.
Die Gesellenreise
Dit stuk kan, bij voorhanden zanger of mannenkoorgroep, in een bevorderingsrituaal worden ingepast.
17.
Heidetakjes
18.
Bouwsteen 1
19.
Bouwsteen 2
De nummers 17, 18 en 19 zijn muzikale bouwstenen voor tijdens een opneming in een Bouwhut.
20.
Paragrafen 1
21.
Paragrafen 2
22.
Paragrafen 3
De nummers 20, 21 en 22 zijn muzieken voor tijdens de drie reizen in de Eerste Graad. (alternatief voor de betreffende onderdelen uit nummer 1).
De nummers 1 - 16 en 20 - 22 zijn van toepassing in de Blauwe Graden 1, 2 en 3. De nummers 17 - 19 zijn van toepassing in de Bouwhutten.
CD 15
Eerste kennismaking met de muziek van Jan van Dijk (Samengesteld door de componist zelf!)
1.
Sinfonietta 3 voor orkest (Opus 239, 1956)
(Fragment: Zie CD 1 nummer 2; O 27)
Twee delen: Het eerste deel heeft een klassieke sonate-achtige structuur in een impressionistisch klankbeeld, het tweede deel is wat vrijer van vorm; ook dit deel klinkt impressionistisch met een expressionistische inslag.
2.
Sonatine voor orgel (Opus 423, 1966)
Deze sonatine ontstond om een gerestaureerd kerkorgel in te wijden, in de Nederlands Hervormde kerk in Lekkerkerk, waar Jan van Dijk organist was.
3.
Sonatine 4 voor piano (Opus 202, 1953)
Deze sonatine ontstond tijdens een fietstocht tussen Lyon en Avignon. Het stuk is opgedragen aan Marinus Flipse. Hier gespeeld door klaas Trapman.
4.
Thema met variaties voor piano (Opus 328, 1962)
Al fietsend in en om Antwerpen ontstond dit pianostuk. Deze 'veranderingen', "Sinjorenvariaties" werden vaak gespeeld door Jan - en door IJsbrand van Dijk.
5.
Drie etudes voor piano (Opus 869, 1994)
In 1994 ontstonden deze drie etudes, waarvan de laatste geen veelheid van tonen vergde, maar wel een expressieve melodiek, wat een uitdaging voor de speler is. Klanktechniek in een trage beweging. Pianist is Klaas Trapman.
Vijf Kleengedichtjes voor zang en piano: Tekst Guido Gezelle. (Opus 39 t/m 43, 1939)
(Fragment: Zie CD 12 nummers 34 - 38; Zp 7)
De eerste Gezelleliederen van Jan van Dijk ontstonden in 1939 in Brugge, de laatste waren uit 2011, opus 1101.
6.
’t Begijnhofske
7.
De dood
8.
De Leye
9.
De Zonne
10.
’t Is voorbij
11.
Rondo voor piano vierhandig (Opus 11, 1936)
Het stuk werd aanvankelijk voor twee piano's geschreven, toen Jan van Dijk op de H.B.S. te Gouda zat. Er stonden op school 2 piano's; het zou toch zondezijn om er niet met twee personen op te spelen. Het stuk is uit de praktijk ontstaan.
12.
Jaargetijde voor koor en orkest (Opus 93/141, 1944/1949)
(Fragment: Zie CD 2 nummer 3; KO 4 en KO 5)
Dit stuk ontstond tijdens de Duitse bezetting van Nederland in de Tweede Wereldoorlog.(1944) Een Jaargetijde voor Joan van Oldenbarnevelt, tekst van Joost van den Vondel, een 'Valerius'-achtig Hollands klankbeeld.
13.
Bewerking Sonate opus 49/2 van Van Beethoven voor piano en orkest (Opus 595, 1976)
(Fragment: Zie CD 4 nummer 2; O 159)
Hierbij schreff Van Dijk een begeleiding voor klein symfonie-orkest. Dit stuk ontstond uit de behoefte een stuk voor piano te hebben ter uitvoering met amateur-symfonie-orkesten.
De première had plaats tijdens een concert van het Gouds Symfonie Orkest (G.S.O.), waarvan Jan van Dijk lang dirigent was. Solist: IJsbrand van Dijk.
14.
Concertino voor viool en zeer klein orkest (Opus 384, 1964)
(Fragment: Zie CD 1 nummer 5; SO 14)
Het zeer kleine orkest bestaat uit fluit, klarinet en alt-saxofoon. De eerste uitvoering was o.l.v. Jacques van Steen met als violiste Annemieke Corstens.
Het concertino bestaat uit 3 delen, waarvan het laatste deel een 'perpetuum mobile' is.
15.
Sonate voor altsax en piano (Opus 204, 1953)
(Fragment: Zie CD 1 nummer 3; Km 15)
Dit stuk heeft vier delen met titels van dagdelen: le soir, la nuit, l'aurore en l'aprèsmidi. Vier symbolen zoals die in de Provence beleefd worden.
Uitvoerenden: Hans de Jong, saxofoon en Paul Hermsen, piano.
16.
Concerto voor pianola en orkest (Opus 608, 1977)
(Fragment: Zie CD 6 nummer 1; PO 13)
Over ontstaan en hoedanigheid van deze compositie is uitgebreid geschreven in het boek 'Pianola's'(ISBN:9024643929) Na de partituur 'Pianola met symfonieorkest' ontstonden nog drie versies, één voor pianola met harmnie-orkest, één voor pianola met fanfare-orkest en een versie voor pianola met saxofoonkwartet.
CD 16
Nadere kennismaking met de muziek van Jan van Dijk (Samengesteld door de componist zelf!)
1.
Sonate nummer 1 voor piano (Opus 62, 1942)
(Fragment: Zie CD 4 nummer 4; P 8)
2.
Symfonie nummer 6 voor orkest (Opus 744, 1987)
(Fragment: Zie CD 9 nummer 2; O 196)
3.
Zwartbaard voor mannenkoor en orkest (Opus 201, 1953)
Fragment: Zie CD 1 nummer 9; KO 12)
4.
Marche et Valse voor piano vierhandig (Opus 359, 1963)
Deze muziek werd door de componist 'gehoord', wachtend op een vertraagde trein op Staatsspoor in Den Haag. Als quatre-mains werden deze stukken vaak gespeeld door Jan en IJsbrand van Dijk.
Suite voor 2 fluiten en piano: (Opus 240, 1956)
(Fragment: Zie CD 12 nummer 29; (Km 21)
5.
Prelude
6.
Promenade
7.
Romance
8.
Scherzo
9.
Fugue
Liederen:
10.
Wijding aan mijn vader (Opus 124, 1947)
(Fragment: Zie CD 1 nummer 4; Zo 6 en ZO 3)
Wat ben ik, dan een vogel in de schemering (Opus 96, 1945)
11.
Levensloop (Opus 234, 1956)
(Fragment: Zie CD 12 nummer 22; Zp 12)
Strijkkwartet nummer 6: (Opus 875, 1994)
(Fragment: Zie CD 11 nummer 15; Km 124)
12.
Allegro moderato
13.
Poco Allegro
14.
Larghetto
15.
Allegro moderato
16.
Sonatine 23, gevolgd door een Fugue voor piano (Opus 648, 1980)
Beide stukken werden gemaakt in Millau, tjdens een zomerverblijf aldaar. Millau, de stad waar de geesten van figuren als Debussy en Cocteau nog waarneembaar waren; ook daarbij hoorde de geest van Emma Calvé.
17.
Twee Scherzi voor piano (Opus 959, 1998)
(Fragment: Zie CD 4 nummer 5; P 217)
18.
Ricercare voor orgel (Opus 451, 1968)
CD 17
1.
Concert voor pianola en orkest (1977)
Pianola: Lucius Voorhorst
Orkest o.l.v. Jan Stulen
2.
Concert voor pianola en harmonie-orkest (1983)
Pianola: Jan Bouman
Orkest: Amsterdamse politiekapel o.l.v. G. Fokkema
3.
Potpourri de Concerto voor pianola
Pianola-rol
Speciaal voor pianola geschreven
4.
Concert voor pianola en harmonie-orkest (1983)
Pianola: Jan Bouman
Orkest: Koninklijke Militaire Kapel o.l.v. P. Kuypers
5.
Concerto voor pianola en saxofoonkwartet en slagwerk (2009)
Pianola: Martien Maas
Orkest: Kessel's Kwartet o.l.v. Andreas van Zoelen
CD 18
1.
Symfonietta 2 voor kamerorkest (1952) Opus 177
Het Radiokamerorkest o.l.v. Ernest Bour
2.
Symfonietta 3 voor orkest (1956) opus 239
Het Radiosymfonie-orkest o.l.v. Jan Stulen
3.
Symfonie 4 voor gemengd koor, soli en orkest (1951) Opus 160
Het Eindhovens Madrigaalkoor en orkest Helikon o.l.v. Jacques Wijnen
4.
Symfonie 6 voor orkest (1987) Opus 744-1
Het Radiosymfonie-orkest o.l.v. Jan Stulen